Onderzoek aan de Zweedse Chalmers University laat zien dat hoe groter de vervuiling door plastic, hoe meer DNA van plastic-etende microben er gevonden worden. Het onderzoek lijkt hiermee aan te tonen dat de natuur zich aanpast aan menselijk afval.
Voor het onderzoek werden honderden plekken op aarde onderzocht, die allemaal in meer of mindere mate te maken hebben met plasticafval. Een DNA-test op afgenomen monsters toonde dat er eiwitten van plastic-etende microben in deze gebieden voorkomen. Dit duidt op een grote hoeveelheid bacteriën die het plastic langzaam opeten. Het bestaan van zulke bacteriën is al langer bekend. Er zijn zelfs bedrijven die ze gebruiken om plastic te ‘recyclen’. Het Zweedse onderzoek laat echter zien dat de bacteriën op veel plekken van nature ontstaan, doordat er veel plastic afval is. Via evolutie passen microben zich aan om te eten wat er voorradig is in de buurt. Steeds vaker is dat plastic.
De aanwezigheid van al die plastic-etende bacteriën betekent natuurlijk niet dat de bergen plastic vanzelf verdwijnen. Daarvoor zijn er te weinig aanwezig, en werken ze te langzaam. Conclusie: alhoewel de natuur zich blijkbaar kan aanpassen aan vervuiling door mensen, is er menselijk ingrijpen nodig om echt het verschil te maken.