Nieuwe Nederlandse spinnerij geeft nieuw leven aan oud textiel

Nederland heeft nauwelijks nog een eigen textielindustrie. Echter, de voordelen van productie in verre landen zijn kleiner geworden en dichterbij produceren werd weer aantrekkelijk.  Onderneemster Paula Gerritsen begon niet alleen een lokale spinnerij in Twente, maar ging recent ook de uitdaging aan om gebruikte vezels te verwerken tot nieuwe garens.

Met een investering van ruim zeven miljoen startte zij een fabriek, Spinning Jenny genaamd, om op grote schaal garen te spinnen van stukjes oud- en overgebleven textiel. Men ontwikkelt hiermee hoogwaardige, duurzame garens voor twaalf textielsectoren, zoals indutech, meditech en sportech. Doel is om uiteindelijk drie miljoen kilo garen per jaar te produceren. De fabriek is een spinnerij en de stukken stof worden vooraf door partijen in het buitenland gerecycled, gesneden en gescheurd tot snippers. Het vervezelde textielafval komt uit heel Europa, om niet afhankelijk te zijn van één recyclaar.

Gerritsen vertelt dat de problematische polyester-katoen scheiding niet nodig is. Voor deze materiaal combinatie zijn veel toepassingen mogelijk, zoals stof voor autostoelen, matrassen, rolgordijnen en sportschoenen. ‘Spinning Jenny’ ontstond als spin-off van Innovatiecentrum voor ontwikkeling van nieuwe producten uit gerecyclede textiel Texperium. Hier werd onderzocht hoe textiel recycling in Nederland beter en groter kan. De fabriek in Twente bewijst dat het mogelijk is.

Scroll naar boven