Wetenschappers toonden al aan dat polymeren werden aangetroffen in placenta’s, hersenen, lever en nieren van dier en mens. De aangerichte schade is onomkeerbaar, omdat ze onoplosbaar zijn. De industrie heeft echter via een lobby ingebracht dat door de grootte van de polymeren deze niet in het menselijk of dierlijk lichaam kunnen belanden.
De Europese Commissie heeft nu een wetsontwerp in bespreking waardoor straks slechts 6 procent van de gebruikte schadelijke stoffen binnen de regelgeving vallen en 94 procent niet onderzocht hoeft te worden.
Volgens Dolores Romano – beleidsmanager chemicaliën bij EEB – het grootste netwerk van milieuorganisaties in Europa – betekent het dat we geen basisinformatie meer hebben over de gevaarlijke eigenschappen van de meeste polymeren die overal in het milieu aanwezig zijn. Zij geeft aan dat er verbod op de gevaarlijkste chemicaliën – inclusief polymeren – moet komen, naast marktprikkels voor veiliger alternatieven.
Ondernemer Sjoerd Trompetter – Naïf natuurlijke verzorgingsproducten – noemt het een designfout dat er op zo’n grote schaal microplastics worden gebruikt en gênant dat er wetgeving nodig is om het gebruik te beteugelen. Ieder bedrijf heeft een eigen verantwoordelijkheid t.o.v. de wereld waar we in leven. Het is zijn overtuiging dat ieder bedrijf kan proberen op zijn eigen vakgebied de wereld beter te maken.