Uit een onderzoek van energiebedrijf Zonneplan blijkt dat er in het afgelopen jaar gemiddeld tweeëneenhalf uur per dag een overschot was aan wind- en zonnestroom. Tijdens die uren leveren windmolens en zonnepanelen meer stroom dan verbruikt wordt. In augustus was er zelfs bijna vijf uur sprake van een overschot aan duurzame stroom, terwijl onze huishoudelijke apparaten gemiddeld vijfeneenhalf uur per dag draaien op grijze stroom uit gas- en kolencentrales.
Een deel van het overschot aan duurzame energie wordt geëxporteerd naar landen als Duitsland, België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Als de spanning te hoog dreigt te worden door het niet te exporteren deel, moeten wind- en zonneparken afgeschaald worden. Hiermee gaat kostbare groene stroom verloren.
Dat hoeft niet zo te zijn, aldus het energiebedrijf. Consumenten zouden een prijsprikkel moeten krijgen om juist overdag – op overschot momenten – apparaten aan te zetten in plaats van ‘s avonds. Die prijsprikkel kan komen van een dynamisch energiecontract op basis van uurprijzen. Vooral bi-directioneel ladende elektrische auto’s en thuisbatterijen kunnen op momenten van dreigend overschot als buffer dienen, waarna ze de stroom weer kunnen terug leveren wanneer hier veel vraag naar is. Op die manier dragen ze ook nog eens bij aan het tegengaan van netcongestie.